Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AH8560

Datum uitspraak2003-06-12
Datum gepubliceerd2003-06-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers49302 KG ZA 03-99
Statusgepubliceerd


Indicatie

Zuidwester vordert - kort samengevat - de huisartsenpost te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis: primair: aan de bewoners van Hernesseroord tijdens de avonden, nachten, weekenden en feestdagen huisartsenzorg te verlenen gelijk aan de huisartsenzorg die hij verleent c.q. zal verlenen aan de overige bewoners van Goeree-Overflakkee, totdat Zuidwester - die zich hiervoor tot het uiterste zal inspannen - een adequate oplossing heeft gevonden en haar bewoners passende medische zorg te kunnen bieden.


Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT Vonnis in kort geding in de zaak van 1. de stichting STICHTING ZUIDWESTER, gevestigd te Utrecht, 2. (eiser 2) wonende te (woonplaats), in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van zijn zoon (eiser 2a), 3. (eiser 3), wonende te (woonplaats), in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van zijn zoon (eiser 3a) eisers, advocaat mr. G.J. Helmig te Middelharnis, procureur mr. J.A. Visser, tegen de coöperatie COÖPERATIEVE HUISARTSENPOST 'T HELLEGAT U.A., gevestigd te Klaaswaal, gemeente Cromstrijen, gedaagde, advocaat mr. E.J.C. de Jong te Utrecht. Partijen worden hieronder aangeduid als Zuidwester c.s. en de huisartsenpost. Het procesverloop De voorzieningenrechter heeft ter terechtzitting van 28 mei 2003 kennis genomen van de volgende processtukken: - dagvaarding van 26 mei 2003, - pleitnotities van mr. Helmig, voornoemd, - pleitnotities van mr. De Jong, voornoemd, - de door Zuidwester c.s. overgelegde producties. De feiten 2. Op grond van de - in zoverre niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken - stellingen van partijen en in het geding gebrachte producties wordt in dit geding van het volgende uitgegaan: 2.1 Stichting Zuidwester (verder: Zuidwester) is een organisatie die zich bezighoudt met zorg en dienstverlening aan verstandelijk gehandicapten. Zij beheert meerdere voorzieningen. In Middelharnis verleent zij onder meer zorg en diensten aan circa 250 bewoners op de locatie Hernesseroord (verder: Hernesseroord). Onder deze bewoners bevinden zich meervoudig complex gehandicapten en verstandelijk gehandicapten met ernstig probleemgedrag. 2.2 De bewoners van Hernesseroord zijn verzekerd krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Zuidwester heeft met hen overeenkomsten van geneeskundige behandeling afgesloten, waarbij zij zich jegens de bewoners heeft verbonden de zorg te bieden waarop zij ingevolge de AWBZ recht hebben. 2.3 (eiser 2a) en (eiser 3a) zijn bewoners van Hernesseroord. 2.4 De huisartsenpost is een samenwerkingsverband van de 22 huisartsenpraktijken op Goeree-Overflakke en de huisartsen in de Hoeksche Waard en heeft tot doel het organiseren van weekend-, avond- en nachtzorg voor patiënten van deelnemende huisartsen. Op 1 oktober 2002 heeft de huisartsenpost een post te Middelharnis geopend. 2.5 Vanaf februari 2002 fungeert de huisartsenpraktijk Dogterom en Roks te Middelharnis tijdens kantooruren als huisartsenpraktijk voor de bewoners van Zuidwester die in Middelharnis woonachtig zijn. Als achterwacht in de avonden, nachten, weekenden en op feestdagen was tot 1 juni 2002 gedurende 36 uur per week een AVG-arts (Arts voor Verstandelijk Gehandicapten) beschikbaar op Hernesseroord, die hierin samenwerkte met artsen van een nabij gelegen verpleeghuis. Na de beëindiging van het dienstverband met deze AVG-arts per 1 juni 2002 zijn diens werkzaamheden door de artsen van dit verpleeghuis waargenomen. Wegens een tekort aan artsen is deze waarneming per 1 februari 2003 door de artsen van het verpleeghuis beëindigd. 2.6 Vanaf 19 september 2002 heeft Zuidwester met de directeur van de huisartsenpost gesprekken gevoerd over de deelname van Zuidwester aan de huisartsenpost. 2.7 Bij brief van 31 januari 2003 heeft de huisartsenpost Zuidwester onder meer medegedeeld: "De tweede week van februari staat een bestuursvergadering gepland waarin uw wens deel te nemen aan de huisartsenpost besproken zal worden. Vooralsnog kunt u organisatie gebruik maken van de huisartsenpost." 2.8 Bij brief van 14 maart 2003 heeft de huisartsenpost Zuidwester medegedeeld dat zijn bestuur niet akkoord gaat met de dienstverlening aan de patiënten van Zuidwester. Bij brief van 20 maart 2003 heeft de huisartsenpost Zuidwester voorts medegedeeld de zorg voor de bewoners van Hernesseroord per 1 april 2003 te beëindigen. Zuidwester heeft daartegen geprotesteerd. 2.9 Op 2 april 2003 zijn Zuidwester en de huisartsenpost overeengekomen dat Zuidwester een plan van aanpak zou opstellen, dat ter goedkeuring zou worden voorgelegd aan de algemene ledenvergadering van de huisartsenpost van 14 april 2003, en dat de zorgverlening van de huisartsenpost tot 1 juni 2003 zou worden voortgezet wanneer het plan van aanpak zou worden afgewezen. Zuidwester heeft het plan van aanpak aan het bestuur van de huisartsenpost toegezonden. Bij brief van 16 april 2003 heeft de huisartsenpost Zuidwester medegedeeld dat tijdens de algemene ledenvergadering bleek dat onder zijn leden geen draagvlak bestond om tijdens de avond-, nacht- en weekenddiensten (ANW-diensten) medische zorg te verlenen en dat de dienstverlening nog zal worden voortgezet tot 1 juni 2003. 2.10 Bij brief van 24 april 2003 heeft Zuidwester de huisartsenpost een nieuw voorstel gedaan. Over dit laatste voorstel is onder de leden van de huisartsenpost een enquête gehouden. Bij brief van 12 mei 2003 heeft de huisartsenpost Zuidwester meegedeeld dat de uitslag van die enquête negatief was en dat de zorgverlening derhalve per 1 juni 2003 beëindigd zal worden. 2.11 Sinds medio het jaar 2002 heeft de Zuidwester zich ingespannen een nieuwe AVG-arts te vinden. Met uitzondering van een parttime AVG-arts die medio juli 2002 is aangenomen, maar wiens dienstverband kort daarna op grond van bijzondere omstandigheden is beëindigd, hebben deze inspanningen geen resultaat gehad. De vordering 3. Zuidwester vordert - kort samengevat - de huisartsenpost te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis: primair: aan de bewoners van Hernesseroord tijdens de avonden, nachten, weekenden en feestdagen huisartsenzorg te verlenen gelijk aan de huisartsenzorg die hij verleent c.q. zal verlenen aan de overige bewoners van Goeree-Overflakkee, totdat Zuidwester - die zich hiervoor tot het uiterste zal inspannen - een adequate oplossing heeft gevonden en haar bewoners passende medische zorg te kunnen bieden; subsidiair: de huisartsenzorg aan de bewoners van Hernesseroord te continueren tot 1 juni 2004, althans tot de datum die de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren. Een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de huisartsenpost in de kosten van het geding. Zij stelt daartoe het volgende. 4. Op 1 februari 2003 is tussen Zuidwester en de huisartsenpost een behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 BW tot stand gekomen. De huisartsenpost kan deze overeenkomst slechts op grond van gewichtige redenen opzeggen. Van dergelijke gewichtige redenen is echter geen sprake. Bovendien zijn de door de huisartsenpost opgegeven reden niet steekhoudend en kan de overeenkomst niet worden opgezegd zolang er geen adequate vervanging is geregeld. 5. De aard van de onderhavige overeenkomst en de omstandigheden van het geval verzetten zich tegen de opzegging van de overeenkomst, aangezien de bewoners van Hernesseroord daardoor verstoken raken van medische zorg tijdens de avonden, nachten, weekenden en op feestdagen. Zuidwester heeft immers geen alternatief. De huisartsenpost heeft een monopoliepositie op Goeree-Overflakkee en maakt misbruik van deze positie. Onder deze omstandigheden is het opzeggen van de overeenkomst tussen partijen zonder dat daartoe een zwaarwegende grond bestaat in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Bovendien is deze handelwijze van de huisartsenpost in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt en derhalve onrechtmatig jegens Zuidwester en de bewoners van Hernesseroord. Dit geldt te meer nu de huisartsenpost bij monde van zijn directeur bij Zuidwester het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat deelname van Zuidwester aan de huisartsenpost op geen enkel probleem zou stuiten. 6. Indien opzegging wel mogelijk is, moet de huisartsenpost daarbij een redelijke termijn in acht nemen. De door de huisartsenpost gehanteerde termijn is - gelet op de onderhavige omstandigheden - niet redelijk. Het verweer 7. De huisartsenpost heeft de vordering gemotiveerd weersproken. De inhoud van zijn verweer zal hierna voor zover nodig nader worden omschreven. De beoordeling 8. Vast staat dat de bewoners van Hernesseroord verzekerd zijn krachtens de AWBZ en dat Zuidwester met hen overeenkomsten van geneeskundige behandeling heeft gesloten, waarbij zij zich heeft verbonden de bewoners de zorg te bieden waarop zij ingevolgde AWBZ recht hebben. Het door Zuidwester aan de huisartsenpost gedane verzoek is er op gericht dat gedurende de ANW-diensten door de aan de huisartsenpost deelnemende huisartsen in een deel van die zorg wordt voorzien. De daaruit voortvloeiende overeenkomst tussen Zuidwester en de huisartsenpost heeft derhalve niet rechtstreeks betrekking op de persoon van een bepaalde bewoner. Hieruit volgt dat niet wordt voldaan aan alle vereisten voor het bestaan van een overeenkomst van geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 7:446 BW. De stelling van Zuidwester dat op 1 februari 2003 een dergelijke overeenkomst tot stand is gekomen en dat deze slechts op grond van gewichtige reden door de huisartsenpost kan worden beëindigd wordt derhalve voorshands verworpen. 9. Gelet op het vorenstaande is aannemelijk dat de overeenkomst tussen Zuidwester en de huisartsenpost - zoals de huisartsenpost stelt - moet worden aangemerkt als een overeenkomst tot waarneming van ANW-diensten. Voorts is aannemelijk dat de huisartsenpost deze overeenkomst slechts tijdelijk en voor een korte periode is aangegaan. Dit blijkt voldoende uit het gebruik van het woord "vooralsnog" in de brief van de huisartsenpost van 31 januari 2003 en de door de huisartsenpost gestelde beëindigingsdata nadat was gebleken dat het bestuur van de huisartsenpost niet akkoord ging met het verzoek van Zuidwester. Dat na de in de brief van 31 januari 2003 genoemde tweede week van februari 2003 tussen Zuidwester en de directeur van de huisartsenpost nog uitvoerings-afspraken zijn gemaakt, is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat Zuidwester er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat het bestuur akkoord was gegaan en er een overeenkomst voor onbepaalde duur met de huisartsenpost tot stand was gekomen. Van opzegging van een overeenkomst is derhalve geen sprake. 10. Tussen partijen is niet in geschil dat de huisartsenpost niet verplicht is huisartsenzorg aan verzekerden krachtens de AWBZ te verlenen. Dat de huisartsenpost die zorg wel verleent aan toeristen en aan andere AWBZ-verzekerden dan de bewoners van Hernesseroord maakt zijn weigering om in te stemmen met het verzoek van Zuidwester niet onredelijk. Als argument voor die weigering heeft de huisartsenpost immers tevens aangevoerd dat de meerderheid van de deelnemende artsen zich niet bekwaam acht om aan de bewoners van Hernesseroord de benodigde zorg te verlenen. Gelet op de verplichtingen en verantwoordelijkheden die - ook bij de waarneming van ANW-diensten - op een huisarts rusten, kan dit argument slechts terzijde worden gesteld indien evident is dat het onterecht wordt voorgesteld. Dit is voorshands niet het geval. Vast staat immers dat zich onder die bewoners meervoudig complex gehandicapten en verstandelijk gehandicapten met ernstig probleemgedrag bevinden en niet weersproken is dat de AWBZ-verzekerden aan wie de huisartsenpost wel zorg verleent niet, zoals de bewoners van Hernesseroord, intramuraal verzorgd worden. 11. De stelling van Zuidwester dat zij geen alternatief heeft omdat de huisartsenpost een monopoliepositie op Goeree-Overflakkee heeft, wordt voorshands verworpen. De positie van de huisartsenpost op Goeree-Overflakkee belet Zuidwester immers niet om met individuele artsen een overeenkomst aan te gaan. Bovendien is die positie niet relevant, aangezien verzekerden krachtens de AWBZ geen aanspraak op huisartsenzorg hebben. 12. Op grond van het vorenstaande kan de weigering van de huisartsenpost om in te stemmen met het verzoek van Zuidwester niet onredelijk of onbillijk worden genoemd en ook niet in strijd worden geacht met hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Gezien de problemen die Zuidwester met het vinden van een geschikte (AVG-)arts heeft, brengt de redelijkheid en billijkheid die de huisartsenpost jegens Zuidwester in acht dient te nemen wel mee dat de huisartsenpost gedurende enige tijd de dienstverlening voortzet, zodat Zuidwester zich op de thans ontstane situatie kan voorbereiden. 13.Op 16 april 2003 heeft de huisartsenpost Zuidwester medegedeeld dat de dienstverlening van de huisartsenpost slechts tot 1 juni 2003 zou worden gezet. Niet is gesteld of anderszins gebleken dat Zuidwester op dat moment die termijn onredelijk achtte. Evenmin is gebleken van enige verklaring of gedraging van de huisartsenpost op grond waarvan Zuidwester er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat de dienstverlening na 1 juni 2003 zou worden voortgezet. Vast staat echter wel dat Zuidwester en de huisartsenpost na 16 april 2003 weer met elkaar in gesprek zijn geraakt. Aannemelijk is dat daardoor bij Zuidwester de indruk is ontstaan dat er een reële kans op voorzetting van de dienstverlening door de huisartsenpost bestond. Pas op 12 mei 2003 is duidelijk geworden dat een en ander niet tot voortzetting van de dienstverlening zou leiden. Op dat moment was de tijd die Zuidwester tot 1 juni 2003 resteerde om zich op de nieuwe situatie voor te bereiden dermate kort dat in redelijkheid van de huisartsenpost kan worden gevergd de dienstverlening nog enige tijd voort te zetten. Rekening houdende met de komende vakantieperiode dient die periode te worden gesteld op 3 maanden te rekenen vanaf 1 juni 2003. 14. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de primaire vordering moet worden afgewezen en dat de subsidiaire vordering als na te melden kan worden toegewezen. De oplegging van een dwangsom verdraagt zich niet met het ter zitting door de huisartsenpost ingenomen standpunt dat in ieder geval tot heden in spoedeisende gevallen tijdens de ANW-diensten de vereiste medische zorg zal worden verricht en past ook overigens niet in de verantwoordelijkheid die huisartsen in dergelijke gevallen plegen te dragen. De gevorderde dwangsom zal derhalve worden afgewezen. 15. Aangezien partijen ieder gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd. De beslissing in kort geding De voorzieningenrechter: veroordeelt de huisartsenpost om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de huisartsenzorg aan de bewoners van Zuidwester op de locatie Hernesseroord tijdens ANW-diensten te continueren tot 1 september 2003; verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt; wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. W. van Veen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2003.